230 nieuwe parlementsleden: de Bondsdag wordt mannelijker, ouder en goedkoper

Friedrich Merz is niet alleen de aangewezen bondskanselier, maar ook een van de oudste leden van de nieuwe Bondsdag.
(Foto: IMAGO/Christian Ohde)
De nieuw gekozen Bondsdag is minder vrouwelijk dan de vorige. Links kent een bijzonder hoog aantal jonge parlementsleden, terwijl de AfD een bijzonder hoog aantal oudere parlementsleden heeft. Een overzicht van de demografische bijzonderheden van de 21e Duitse Bondsdag.
De Bondsdag wordt steeds mannelijker: het aandeel vrouwen in de nieuwe Bondsdag bedraagt bijna een derde. Van de 630 leden van de Bondsdag zijn er 204 vrouw, wat overeenkomt met 31,2 procent. In de huidige kiesperiode bedroeg het aandeel vrouwen iets meer dan 35 procent. Deze daling is grotendeels te wijten aan de versterking van de CDU/CSU en de AfD, die een bijzonder laag percentage vrouwen kennen. De Groene Partij heeft het hoogste percentage vrouwen in haar gelederen, namelijk 61,2 procent, gevolgd door de Linkse Partij met 56,2 procent. In de SPD-fractie ligt dat percentage op 41,7 procent. In de Unie-parlementaire fractie bedraagt het aandeel vrouwen slechts 23,1 procent. Het laagste percentage geldt voor de AfD, met slechts 11,8 procent.
De Linkspartij levert het oudste lid en het jongste parlementslid: de Linkspartij-politicus Gregor Gysi opent de constituerende vergadering van de nieuwe Bondsdag als oudste lid. Hij is al bijna 31 jaar lid van de Bondsdag. De fractie van Gysi heeft ook het jongste parlementslid: Luke Hoß van de Linkse Partij is pas 23 jaar oud. Alleen al zes van de tien jongste leden van de nieuwe Bondsdag komen uit de Linkspartij. Twee van hen komen van de AfD, één van de Groenen en één van de CDU.
De AfD heeft de oudste gekozen vertegenwoordigers: onder de tien oudste parlementsleden bevinden zich zeven AfD-politici, waaronder het oudste parlementslid, Alexander Gauland, die 84 jaar oud is. Ook op de lijst van de oudste staat de vermoedelijke volgende bondskanselier, Friedrich Merz van de CDU, op plek tien op 69-jarige leeftijd. Ook de Groenen-politica Claudia Roth, die eveneens herkozen werd in de Bondsdag, haalde de top tien.
De Bondsdag wordt een beetje ouder: volgens eigen publicaties begon de 20e Bondsdag met een gemiddelde leeftijd van 47,3 jaar, de 21e Bondsdag is iets ouder - met een gemiddelde leeftijd van 48,0 jaar, aldus een analyse van ntv.de. 33 parlementsleden zijn jonger dan 30 jaar, terwijl 101 parlementsleden ouder zijn dan 60 jaar. De oudste fractie is de AfD, die momenteel 51,5 jaar bestaat. Daarna volgen de vakbonden CSU (49,2 jaar) en CDU (48,3 jaar). Daartussenin zit de SPD (48,6 jaar). De leden van de GroenLinks (43,2) en de Linkspartij (43,0) zijn aanzienlijk jonger.
333 parlementsleden vertrekken, 230 nieuwe komen erbij: 333 parlementsleden verlaten de huidige Bondsdag, waaronder alle 90 parlementsleden van de FDP en 98 van de SPD. Er werden 400 parlementsleden herkozen, waarbij de grootste posities werden bekleed door de CDU/CSU met 146 en de SPD met 109 parlementsleden. Er werden 230 nieuw gekozen parlementsleden: 92 alleen al van de AfD, 62 van de Unie en 51 van Links.
In de toekomst zal de plenaire vergadering 103 zetels minder tellen: door de kieshervorming waartoe de Stoplichtcoalitie heeft besloten, krimpt het parlement van 733 naar 630 leden. Er zijn geen overhang- of compenserende mandaten meer. Een gevolg van de hervorming is dat 23 kandidaten die bij de eerste stemming in hun kiesdistricten voorstonden, geen mandaat in de Bondsdag krijgen.
De kosten voor de Bondsdag zullen naar verwachting aanzienlijk dalen: volgens berekeningen van het Duitse Economisch Instituut (IW) kan een verkleining van de Bondsdag jaarlijks een bedrag van drie cijfers aan miljoenen besparen. Er is potentieel voor besparingen, vooral op de salarissen van parlementsleden. Ook van belang zijn de salarissen van de parlementsleden, de financiële betalingen aan de fracties en de kosten voor reizen, kiesdistrictkantoren en tweede huizen in Berlijn.
Bron: ntv.de, tsi/AFP
n-tv.de