Na uitspraak tegen Servische leider van Bosnië: Bosnische Serviërs leggen bijl aan vrede
Het Hooggerechtshof in de Bosnische hoofdstad Sarajavo deed woensdag uitspraak: Dodik werd schuldig bevonden en veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Gedurende zes jaar mag hij geen enkel politiek ambt bekleden en mag hij zijn beroep dus niet uitoefenen.
Dodik en Miloš Lukic erkennen het Hooggerechtshof van de staat Bosnië en Herzegovina echter niet. Zij verwerpen alle wetten en regels die voortvloeien uit het Dayton-akkoord van 1995, dat een einde maakte aan de oorlog in Bosnië en Herzegovina.
Het Openbaar Ministerie had voor Dodik een aanzienlijk langere gevangenisstraf geëist, dicht bij het wettelijk maximum van zes jaar, en een verbod op politieke activiteiten van tien jaar. Voor Lukić werd dezelfde straf geëist.
Dodik en Lukic kunnen nu in beroep gaan. Zelfs als het vonnis in tweede instantie zou worden gehandhaafd, zou de Bosnisch-Servische leider de gevangenisstraf kunnen afkopen door 36.000 KM (converteerbare mark) te betalen, omgerekend zo'n 17.000 euro, en daarmee zijn vrijheid kunnen afkopen. En aangezien de tweede zaak pas over enkele maanden uitspraak doet, heeft hij nog tijd voor verdere stappen.
In de aanloop naar de uitspraak demonstreerden Dodiks aanhangers in Banja Luka, de hoofdstad van de Republika Srpska. Dodik had “radicale maatregelen” aangekondigd. In een interview met Russia Today kondigde hij een wet aan om zich terug te trekken uit de overeenkomst over de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina en een verbod op de activiteiten van de staatspolitie en de rechterlijke macht op Bosnisch-Servisch grondgebied.
In een tweede fase, zei Dodik na de uitspraak op woensdag in Banja Luka, zou de Republiek Srpska zich volledig terugtrekken uit het vredesakkoord van Dayton. Voor hem bestaat er in Bosnië en Herzegovina geen gemeenschappelijk leger, geen gemeenschappelijke politie, geen inlichtingen- en veiligheidsdienst, geen rechtbank, geen openbaar ministerie en geen andere gemeenschappelijke autoriteiten.
Dit zou betekenen dat het Dayton-vredesakkoord voor Bosnië en Herzegovina van 1995 , dat een einde maakte aan een oorlog met enkele honderdduizenden doden, na dertig jaar dood zou zijn. "Terug naar de grondwet," eiste Dodik van de internationale gemeenschap. Hij is ervan overtuigd dat er geen internationale troepenmacht zal ingrijpen, aan welke kant dan ook.
Dodik voegde eraan toe dat hij voorstander is van een vreedzame oplossing, die echter wel een confederatie met Servië zou inhouden. "We gaan niets doen, maar zodra de tweede fase aanbreekt, zullen we Servië als Republika Srpska rechtstreeks benaderen en vragen om een overeenkomst over de confederatie van Republika Srpska en Servië, en later over de federatie. "We zullen ook vragen om een overeenkomst over een monetaire unie met Servië, zodat we ons leven kunnen organiseren en niet afhankelijk zijn van de onzin die we in Sarajevo zien", aldus Dodik.
De Bosnische kant zal dit alles niet accepteren, zei de minister van Defensie van Bosnië en Herzegovina in Sarajevo. Er zal alles aan gedaan worden om deze plannen te dwarsbomen.
De Bosnisch-Servische kant bereidt zich al lange tijd voor op deze escalatie. Twee jaar geleden voerden Servische extremisten oefeningen uit om de grenzen van de entiteit te sluiten. Maar de loyaliteit aan Servië brokkelt af onder de Bosnisch-Servische bevolking. Servië heeft de afgelopen maanden te maken gehad met massale protesten tegen de regering. Dodik kan niet vertrouwen op massamobilisatie. Het lijkt erop dat Bosnië wat tijd heeft gewonnen.
taz
