Investeringsportefeuille van 186 miljard euro: Duitse investeerders richten zich op infrastructuur – maar niet op de binnenlandse markt

De kloof is groot: hoewel infrastructuur een bloeiende beleggingscategorie is binnen Duitse institutionele portefeuilles, bereikt slechts een klein deel van dit kapitaal de binnenlandse infrastructuur. Dat blijkt uit het actuele infrastructuurrapport van de Duitse vereniging voor alternatieve beleggingen (BAI), waarvoor 111 institutionele beleggers met in totaal 2,3 biljoen euro aan beheerd vermogen zijn ondervraagd.
De cijfers spreken voor zich. Met een goedkeuring van 85 procent is infrastructuuraandelen de op één na populairste alternatieve beleggingscategorie onder de ondervraagde investeerders, net na onroerend goed. De infrastructuurschuld groeit zelfs nog dynamischer: het aandeel investerende investeerders zal naar verwachting stijgen van 49 naar 59 procent. Maar het kapitaal stroomt vooral naar het buitenland.

Vier op de vijf Duitse investeerders investeren hun geld voornamelijk in buitenlandse infrastructuurprojecten. Een fenomeen dat door experts 'reverse home bias' wordt genoemd en dat in schril contrast staat met andere activaklassen, zoals onroerend goed, waar Duits vastgoed traditioneel de boventoon voert .
"De Duitse infrastructuur heeft tot nu toe weinig geprofiteerd van de hausse in deze activaklasse", analyseert Florian Bucher, auteur van de studie en marktanalist bij BAI. De redenen liggen voor de hand: te veel bureaucratie, te weinig projecten waarin geïnvesteerd kan worden, te weinig rendement en te hoog risico. Maximilian Cosack van Huk-Coburg Asset Management legt uit dat het aandeel Duitse projecten in zijn portefeuille daarom slechts 15 procent bedraagt.
Energietransitie als sprankje hoopEr gebeurt wel het een en ander op het gebied van hernieuwbare energieën. Het aantal vergunningen voor nieuwe windturbines steeg in 2024 met 85 procent. Een derde van de investeerders wil hun allocatie naar Duitsland vergroten. Hernieuwbare energieën (77,5 procent) en digitale infrastructuur (71,2 procent) staan bovenaan het boodschappenlijstje.

Maar terwijl er zeker kopers zijn voor windparken en zonne-energiecentrales, blijft gemeentelijke infrastructuur het stiefkind. Volgens het KfW-panel rapporteren lokale overheden een investeringsachterstand van 186 miljard euro. Particuliere investeerders spelen bij de financiering vrijwel geen rol: hun aandeel bedraagt een schamele drie procent.
Speciale fondsen als hefboom?De nieuwe federale regering wil daar verandering in brengen. Met het speciale fonds van 500 miljard euro, waarvan 100 miljard naar staten en gemeenten gaat, geeft het een sterk signaal af. Deskundigen zien dit als een kans om privaat kapitaal te mobiliseren, bijvoorbeeld via risico-aanvaarding door de overheid of via first loss-componenten. "Om de investeringsachterstand van vele miljarden euro's van Duitse gemeenten terug te dringen, is het noodzakelijk om staatskapitaal uit het speciale fonds te combineren met privaat kapitaal", aldus Bucher.
"Overheidsmaatregelen kunnen helpen de kloof tussen risico- en rendementsverwachtingen te dichten", zegt André Pfleger van LBBW Asset Management. Modellen zoals het Europees Investeringsfonds laten zien hoe het kan werken.
Uniforme normen ontbrekenFrankrijk laat zien hoe het eenvoudiger kan. Daar zorgen gestandaardiseerde contracten, centrale specificaties en gebundelde processen voor lagere drempels en trekken ze investeerders aan. Duitse gemeenten daarentegen koken hun eigen soep – met bijbehorende hoge transactiekosten voor investeerders.
Het nieuwe infrastructuurquotum in de investeringsregelgeving zou kunnen helpen . Meer dan de helft van de investeerders zou meer investeren als er een landelijke regeling zou komen, gebaseerd op het NRW-model. De koers is uitgezet. Nu is het de beurt aan de federale, deelstaat- en lokale overheden – met heldere structuren, transparante processen en de moed om privaat kapitaal als partners te zien.
private-banking-magazin