Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Spain

Down Icon

Hulp bij samenwonen met een 65-plusser: eisen, bedrag en wie krijgt de uitkering?

Hulp bij samenwonen met een 65-plusser: eisen, bedrag en wie krijgt de uitkering?

De gezinssituatie van elke persoon is doorslaggevend om te bepalen of hij/zij in aanmerking komt voor steun of bepaalde belastingaftrekposten .

In die zin betekent samenwonen met een oudere ook het aanpassen van het gezinsleven aan bepaalde behoeften . Daarom biedt de Belastingdienst hulp in de vorm van een belastingaftrek aan mensen die samenwonen met een 65-plusser, mits zij aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Hoewel de campagne voor de inkomstenbelasting van 2025 (waarbij belasting moet worden betaald over het inkomen van 2024) al is afgelopen , is dit een aftrekpost waar u altijd rekening mee moet houden, vooral als de oudere dit jaar bij zijn of haar nakomelingen woont (en de toeslag geldt ook voor hen).

Huursubsidie ​​voor samenwonen met een persoon ouder dan 65 jaar

Zoals vermeld in de brochure van de Belastingdienst voor het belastingjaar 2024, geldt er een aftrek voor familieleden in opgaande lijn die ouder zijn dan 65 jaar.

De Schatkist benadrukt dat als personen op wie de belastingplichtige de aftrek kan toepassen, worden beschouwd: "ouders, grootouders, overgrootouders, enz. van wie de belastingplichtige afstamt en die in rechte lijn van bloed of adoptie aan de belastingplichtige verwant zijn."

Vereisten om voor deze aftrek in aanmerking te komen
  • Dat de opgaande ouder op de datum van belastingaanslag (normaal gesproken 31 december) ouder is dan 65 jaar of, ongeacht de leeftijd, dat hij/zij een handicap heeft die gelijk is aan of groter is dan 33%.

  • Zij moeten ten minste de helft van de belastingperiode bij de belastingplichtige wonen. Wat deze eis betreft, worden familieleden met een beperking die, afhankelijk van de belastingplichtige, in gespecialiseerde centra zijn opgenomen, beschouwd als wonend bij de belastingplichtige.

  • Dat de opgaande ouder gedurende het belastingjaar geen inkomsten heeft verworven die hoger liggen dan € 8.000 per jaar, exclusief de inkomsten die zijn vrijgesteld van belasting.

  • Dat de ascendent geen aangifte inkomstenbelasting indient bij een inkomen hoger dan € 1.800.

Het algemene minimum voor belastingbetalers bedraagt ​​€ 5.550, dat kan worden verhoogd afhankelijk van de leeftijd. Het minimum voor ascendenten bedraagt ​​€ 1.150 voor elke ascendent ouder dan 65 jaar en € 1.400 extra per jaar voor elke ascendent ouder dan 75 jaar.

Ook bij overlijden van een opgaande bloedverwant, die om die reden recht op het minimum doet ontstaan, bedraagt ​​het toepasselijke bedrag 1.150 euro.

Naast de 1.150 worden er nog bedragen bijgeteld voor de fysieke gesteldheid van de verantwoordelijke , bijvoorbeeld als de oudere verantwoordelijke hulp van derden nodig heeft.

Om in aanmerking te komen voor de minimale invaliditeitsuitkering voor opgaande kinderen, moeten zij ook in aanmerking komen voor de minimale uitkering voor opgaande kinderen en aan de overige voorwaarden voldoen. Degenen die, ten behoeve van de belastingplichtige, in gespecialiseerde centra zijn opgenomen, worden beschouwd als samenwonend met de belastingplichtige, aldus de Belastingdienst.

Deze bedragen komen overeen met het deel van de inkomstenbelasting dat de staat in de personenbelasting vertegenwoordigt. Sommige regio's vullen deze cijfers echter aan of passen ze aan hun regionale realiteit aan. In dit opzicht moeten de regio's zich houden aan de cijfers die in deze cijfers worden voorgesteld.

ABC.es

ABC.es

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow