Mythen en realiteiten van gentrificatie

"Gentrificatie" – en wat iedereen daar ook mee bedoelt – stond weer centraal in de publieke discussie na de mars op 4 juli en het vandalisme in Mexico-Stad. Naast xenofobie en de politieke uitbuiting van wat er is gebeurd, bestaat er ook daadwerkelijke onvrede onder een deel van de bevolking dat, als gevolg van fouten in het overheidsbeleid – niet door buitenlanders, invasies of gefabriceerde verdrijvingen – nu enorme moeite heeft om een woning te vinden in het centrum van Mexico-Stad. Het probleem reikt verder dan Roma en Condesa, die altijd al relatief dure wijken zijn geweest, en treft de stad als geheel.
De huizenprijzen in Mexico-Stad zijn de afgelopen jaren tot ongekende hoogten gestegen. De gemiddelde prijs per vierkante meter in de hoofdstad ligt nu boven de 56.000 peso, waarmee het de duurste deelstaat van het land is. Dit heeft een groot deel van de bevolking van de vastgoedmarkt verdreven, met name jongeren die hun eigen woning steeds afgelegener vinden. Dit fenomeen is niet louter anekdotisch: het is te wijten aan de concentratie van goedbetaalde banen in de centrale gebieden, de inflatie van bouwmaterialen en een tekort aan aanbod.
De oorzaak van het probleem toeschrijven aan buitenlanders of gentrificatie is een vergissing. Het echte knelpunt ligt in het gebrek aan nieuwe woningen. Mexico-Stad heeft jaarlijks zo'n 60.000 nieuwe woningen nodig om aan de vraag te voldoen, maar volgens cijfers uit de sector en officiële rapporten werden er in 2023 slechts 3.500 woningen geregistreerd. Deze enorme kloof tussen vraag en aanbod heeft ertoe geleid dat projectontwikkelaars zich zijn gaan richten op luxe woningen, die voor de meeste bewoners onbereikbaar zijn.
De vicieuze cirkel wordt versterkt: minder aanbod, hogere prijzen, meer uitsluiting. Overmatige bureaucratie, een gebrek aan vergunningen en ontoereikende infrastructuur – met name in basisvoorzieningen zoals water – beperken het vermogen van de private sector om te reageren verder. Zo wordt de stad een steeds vijandiger gebied voor mensen die dicht bij hun werk willen wonen, waardoor meer mensen urenlang moeten reizen.
Het antwoord ligt niet in onteigeningen, overregulering of nieuwe belastingen, die investeringen alleen maar zouden belemmeren en het probleem zouden verergeren. De sleutel is serieuze verdichting. Dit vereist dat de overheid investeert in stedelijke infrastructuur – water, transport, diensten – en de verlening van bouwvergunningen vergemakkelijkt. Aanpassingen in stadsplannen zijn nodig om hogere dichtheden en verticale bouw mogelijk te maken, waar inefficiënte horizontale modellen momenteel de boventoon voeren. Alleen op deze manier kan het aanbod worden vergroot en de prijsdruk worden verlaagd.
Bovendien is het essentieel om een omgeving van juridische en financiële zekerheid te creëren, zodat ontwikkelaars kunnen investeren in betaalbare woningbouwprojecten. Banken moeten van hun kant de toegang tot hypotheken en bouwleningen uitbreiden, hoewel dit vraagstuk een eigen analyse verdient. Zonder een alomvattende verdichtingsstrategie en publiek-private samenwerking zal de woningcrisis alleen maar toenemen, met steeds zichtbare gevolgen voor de sociale structuur.
En ja, deze oplossing heeft kosten, althans in de ogen van sommigen. Verdichting impliceert een diepgaande verandering in de sociale dynamiek, inclusief wat sommigen graag idealiseren als "buurtleven". Je kunt niet twee dingen tegelijk doen: of we verdichten en transformeren de stad grondig, of miljoenen mensen blijven urenlang naar hun werk forenzen.
Eleconomista