De abdij van Beaulieu-en-Rouergue, in Tarn-et-Garonne, een etalage voor hedendaagse kunst

Zoals alle cisterciënzerabdijen ligt de abdij van Beaulieu-en-Rouergue (Tarn-et-Garonne) wat van de wegen af, in de nauwe vallei van de Seye, aan de voet van de causse. Rond het midden van de 12e eeuw vestigden zich er kluizenaars. De bouw van de abdij begon in de daaropvolgende eeuw: de kerk in zuiders-gotische stijl, met een lang, hoog enkel schip, waarvan het koor bekroond wordt door een toren en afgesloten door een veelhoekige apsis, de kruisgang en de aangrenzende kloostergebouwen. Tijdens de godsdienstoorlogen verwoestten protestantse troepen de kruisgang. De abdij werd in de 18e eeuw gerestaureerd en uitgebreid, maar tijdens de Franse Revolutie werd ze verkocht als nationaal bezit.
Andere tegenslagen volgden, waaronder niet de minste het rampzalige project van architect Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879) om de kerk te ontmantelen en te herbouwen in het dorp Saint-Antonin-Noble-Val, een tiental kilometer verderop. Ondanks de tegenstand van schrijver (en archeoloog) Prosper Mérimée (1803-1870) begon de bouw in 1844 met het dak en de constructie van het schip, maar werd door geldgebrek stopgezet. De gebouwen werden vervolgens uitsluitend voor landbouwdoeleinden gebruikt en raakten in verval.
Je hebt nog 65,85% van dit artikel te lezen. De rest is gereserveerd voor abonnees.
Le Monde