Toeslagen Irpef, Salerno-Rome bovenaan, Milaan betaalt minder

De extra belasting op Irpef laat er geen twijfel over bestaan: wonen in Rome en Napels is het niet waard. De twee inkomensafhankelijke belastingen, die per gemeente en regio worden betaald, variëren van € 606 (als u € 20.000 per jaar aangeeft) tot € 1.452 (als het belastbare inkomen € 40.000 bedraagt). Met een laag inkomen is het beter om voor Milaan te kiezen, waar u tot een bepaalde drempel geen gemeentelijke Irpef betaalt en dus met een inkomen van € 20.000 alleen nog regionale Irpef: uiteindelijk € 263, minder dan de helft.
Zelfs met 40.000 euro is het nog steeds prima: de rekening loopt op tot 916 euro, nog steeds ver verwijderd van die van de hoofdstad. Maar in dit geval wint Cagliari in de ranglijst van minst belastende regionale hoofdsteden, met een aftrek van 778 euro. De dienst Sociale Zekerheid en Belastingbeleid van de UIL heeft een bepaald inconsistent lokaal belastingstelsel aan het licht gebracht met een studie met een serieuze titel, die ongeveer zo vertaald zou kunnen worden: vertel me waar je woont en ik vertel je hoeveel extra belasting je betaalt.
De vakbondsexperts hebben verschillende ranglijsten opgesteld, waarbij ze kijken naar lage en gemiddelde inkomens en optellen wat steden en regio's nodig hebben voor hun eigen Irpef-toeslag. Het blijkt dat het belastingtarief sterk varieert, zelfs in steden met een vergelijkbare bevolkingsomvang en vergelijkbare kosten voor levensonderhoud. En Italië lijkt een soort fiscale Harlekijn te zijn. We moeten van twee uitgangspunten uitgaan: alle regio's passen de Irpef-toeslag toe en in sommige is deze ronduit hoog.
Alleen al deze belasting is in Lazio 1.092 euro waard bij een inkomen van 40.000 euro, in Campanië 1.028 euro en in Umbrië 1.026 euro. De vergelijking begint te mank te lopen als je kijkt naar de 412 euro in Friuli of de 492 euro in Veneto, Sardinië, Sicilië of Basilicata. Uiteraard liggen de waarden lager bij een inkomen van 20.000 euro. Friuli overtreft iedereen: slechts 166 euro van de regionale Irpef. Maar ze zijn laag, boven de 200 maar onder de 300 euro, zelfs in regio's zoals Ligurië, Lombardije, Toscane en Apulië.
Bij deze bedragen wordt dan de gemeentelijke Irpef opgeteld, die in sommige steden - bijvoorbeeld Milaan - niet tot 20 duizend euro wordt betaald. En in andere, zoals Trento en Bolzano, niet eens 40 duizend euro. De som van de twee extra belastingen is wat echt de portemonnee van de burger-belastingbetaler raakt. Met 20 duizend euro is Vibo Valentia de duurste stad (686 euro), gevolgd door Salerno, Avellino, Napels en Rome, allemaal tussen 606 en 627 euro. In de top tien staan dan Frosinone, Latina, Rieti, Viterbo en Perugia. De rangschikking verandert, maar niet veel bij 40 duizend euro belastbaar inkomen: Salerno springt naar de top (1.468 euro), op de voet gevolgd door Rome (14,52 euro) en met Avellino, Napels, Frosinone, Latina en Rieti allemaal tussen 1.412 en 1.428 euro aan extra belastingen.
De top tien eindigt met Viterbo, Benevento en Caserta. Als je naar het totaal kijkt, heeft het feit dat Napels en Rome 50% meer betalen dan Bari (901 euro) en Milaan wel degelijk effect. Natuurlijk is Florence met 877 euro ver verwijderd van de 1.122 euro van Bologna, maar wel dicht bij de 812 euro van die andere kunststad, Venetië. In Turijn wordt echter 1.206 euro betaald, bijna 300 euro meer dan de 916 euro van Milaan. Kortom, de gegevens laten grote verschillen zien en de noodzaak van meer gelijkheid. "Een hervorming van de lokale belastingen is nodig", zegt de secretaris-generaal van Uil Santo Biondo, hoofd van de afdeling die het onderzoek heeft uitgevoerd. "Het belastingstelsel van ons land moet het belangrijkste instrument zijn om de voorwaarden voor gelijkheid en solidariteit te creëren, noodzakelijk om de nationale sociale cohesie te versterken." In plaats daarvan, zo stelt Uil, worden deze belastingen "te vaak gebruikt om lineaire bezuinigingen door overheden op de lopende uitgaven voor de territoria te compenseren, zonder dat er een overeenkomstige verbetering in de publieke dienstverlening plaatsvindt".
ansa