Sheinbaum handhaaft controversieel burgerveiligheidsplan dat is overgenomen van AMLO

In een besluit dat tot hevige discussies onder veiligheidsexperts heeft geleid, blijft president Claudia Sheinbaum gebruikmaken van hetzelfde systeem voor civiele bescherming dat haar voorganger, Andrés Manuel López Obrador, heeft ingevoerd. De presidentiële adjudant, die uitsluitend uit burgers bestaat en een salaris tussen de 64.854 en 93.510 pesos per maand verdient, vormt een radicale breuk met de traditie van de Mexicaanse presidentiële veiligheid en wijkt af van internationale normen die prioriteit geven aan gespecialiseerde teams en 24-uurs bescherming.
Terwijl wereldleiders zoals de Amerikaanse president Donald Trump worden beschermd door de Secret Service – met gespecialiseerde training en onbeperkte middelen – of Vladimir Poetin door de Russische Federale Beschermingsdienst, die sluipschutters en diverse beveiligingseenheden omvat, vertrouwt Sheinbaum haar fysieke veiligheid toe aan gewone burgers. Dit model, oorspronkelijk bedacht door López Obrador, bestaat uit mannen en vrouwen met diverse beroepen en achtergronden, onder leiding van Juan José Ramírez Mendoza, de broer van de voormalige voorzitter van de Morena-partij in Mexico-Stad.
De vergelijkende analyse laat significante verschillen zien tussen het Mexicaanse model en internationale protocollen. Javier Rosiles, politiek analist aan de Universiteit van Ciénega in de staat Michoacán, waarschuwt voor de risico's: "In andere landen zouden we misschien kunnen zeggen dat de manier waarop regeringsleiders worden beschermd buitensporig is, maar in Mexico hebben we een punt bereikt waarop we misschien wel extreem denken dat president Sheinbaum geen beveiliging nodig heeft, en dat zou zeer ernstige gevolgen kunnen hebben."
De kwetsbaarheid van het huidige systeem kwam onlangs aan het licht toen president Sheinbaum werd lastiggevallen tijdens een wandeling door het historische centrum. Dit incident roept vragen op over de effectiviteit van een model dat republikeinse bezuinigingen boven gespecialiseerde bescherming stelt. Experts op het gebied van nationale veiligheid wijzen erop dat, hoewel het wenselijk is de buitensporige geheimhouding van andere regeringen te vermijden, de bescherming van de president een evenwicht moet vinden tussen toegankelijkheid en robuuste veiligheidsmaatregelen.
Rosiles voegt een belangrijke nuance toe aan het debat: "Misschien is dit team niet zo opzichtig als in andere landen, maar ik denk wel dat het heroverwogen moet worden." Dit standpunt weerspiegelt de inherente spanning tussen het in stand houden van het imago van een regering die dicht bij de bevolking staat en het garanderen van de onbeperkte veiligheid van de president, vooral in een land met aanzienlijke uitdagingen op het gebied van de openbare veiligheid.
De transformatie van de presidentiële veiligheidsdienst begon met López Obrador, die nog vóór zijn aantreden de afschaffing van de presidentiële generale staf aankondigde. Deze instelling, die decennialang verantwoordelijk was geweest voor de bescherming van de federale uitvoerende macht, werd door de voormalige president als "lastig" en buitensporig luxueus beschouwd. In plaats daarvan richtte hij de presidentiële veiligheidsdienst op, aanvankelijk onder leiding van Daniel Asaf Manjarrez, een vriend van zijn zonen en nu federaal afgevaardigde voor de Morena-partij.
Deze aanpak was niet nieuw in de politieke carrière van López Obrador. Tijdens zijn ambtstermijn als regeringsleider van Mexico-Stad had hij een soortgelijke veiligheidsgroep opgezet, genaamd "Gacelas", waarmee hij de basis legde voor wat zijn presidentiële model zou worden. De onderliggende filosofie geeft prioriteit aan eenvoud en kosteneffectiviteit boven specialisatie en technologische inzet.
Het contrast tussen de twee modellen kon niet duidelijker zijn. De presidentiële generale staf was een technisch militair orgaan waarvan de bevoegdheden waren vastgelegd in de organieke wet van het leger en de marine. Artikel 15 bepaalde dat zijn functie was "bij te dragen aan het verkrijgen van algemene informatie; de persoonlijke activiteiten die inherent waren aan de positie en de voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid ervan te plannen en deel te nemen aan de uitvoering van passende activiteiten."
De gespecialiseerde functies van de inmiddels opgeheven instantie omvatten onder meer het waarborgen van de veiligheid van de president en zijn familie, het beschermen van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders die op bezoek waren, het beschermen van voormalige presidenten en het beschermen van presidentiële gebouwen. De ontbinding betekende een historische verschuiving in de Mexicaanse veiligheidspraktijken, waarbij een structuur die militaire expertise combineerde met internationaal beproefde protocollen, verdween.
López Obrador rechtvaardigde de afschaffing van de presidentiële garde door te stellen dat het "duur en luxueus" was. In augustus 2019 legde hij uit: "Er waren 1.000 voor het beheer van de presidentiële kantoren, de onkosten, het kantoor zelf, en nog eens 2.000, niet voor salaris, omdat die werden betaald door het Ministerie van Defensie; 2.000 voor de presidentiële garde." Critici wijzen er echter op dat de presidentiële veiligheid geen gebied is waar bezuinigingen de boventoon moeten voeren, vooral gezien de context van geweld in Mexico.
Het hybride model – dat elementen van beide benaderingen combineert – komt naar voren als een mogelijke oplossing. Deskundigen stellen voor om de filosofie van toegankelijkheid en eenvoud te behouden en tegelijkertijd professionalisering en technologie te integreren om potentiële risico's te beperken. Het recente incident in het Historisch Centrum lijkt de noodzaak van deze heroriëntatie te bevestigen.
De continuïteit van het burgerveiligheidsmodel staat onder Sheinbaums presidentschap voor de zwaarste test tot nu toe. Terwijl sommigen de breuk met protocollen, die als excessief en onpersoonlijk worden beschouwd, vieren, waarschuwen anderen voor potentieel catastrofale risico's. De bescherming van de president is niet alleen een kwestie van persoonlijke veiligheid, maar ook van institutionele stabiliteit en overheidscontinuïteit.
De komende beslissingen over deze kwestie zullen bepalen of Mexico een nieuw paradigma in presidentiële veiligheid consolideert of terugvalt op elementen van traditionele modellen. Wat duidelijk is, is dat het debat tussen toegankelijkheid en bescherming, tussen bezuinigingen en effectiviteit, de discussie over hoe de president beschermd moet worden in een land met complexe veiligheidsuitdagingen, zal blijven bepalen.
La Verdad Yucatán



