Drugshandel en benzinetransport

"Ter nagedachtenis aan korporaal Pedro Silva van de Kust- en Grenscontrole-eenheid van de GNR (Nationale Republikeinse Garde), want degenen die door ons leven komen, gaan niet alleen, ze laten ons niet alleen. Ze laten een beetje van zichzelf achter, ze nemen een beetje van ons mee." — Antoine de Saint-Exupéry
Een aanval op de politie vertaalt zich in een onuitwisbare aanval op een van de belangrijkste pijlers van onze democratie: veiligheid. De afgelopen jaren heeft deze agressie ons pijn, angst en het trieste gevoel bezorgd dat we beetje bij beetje de veiligheid en het respect verliezen die ons verenigd houden. Portugal heeft een zorgwekkende toename gezien in de aanwezigheid en activiteit van netwerken die verband houden met maritieme drugshandel, met name in het zuiden van het land. Hoewel de Portugese wet (die al onvoldoende is) het gebruik van snelle boten, de zogenaamde "narcoboten", strafbaar stelt met straffen variërend van twee tot vier jaar gevangenisstraf, is deze wetgeving, hoewel noodzakelijk, niet voldoende om de veiligheid te garanderen van de mannen en vrouwen die op zee opereren, met name de marine, de maritieme politie en de UCCF van de GNR (Nationale Republikeinse Garde), noch om de logistieke infrastructuur te ontmantelen die dit soort georganiseerde en multidisciplinaire criminaliteit in stand houdt.
De onzichtbare schakel: de Portugese "petacaqueo" en de logistiek van mensenhandel.De zogenaamde "petaqueo", een term die in Spanje wordt gebruikt voor het illegale transport en de opslag van benzine bestemd voor de bevoorrading van narcoboten, vormt het essentiële steunpunt voor de maritieme drugshandel. Zonder brandstof kunnen de schepen de lange overtochten tussen Marokko en het Iberisch Schiereiland niet afleggen. In Portugal valt dit gedrag echter nu onder een strafrechtelijke regeling van twee jaar gevangenisstraf, aangezien het jarenlang alleen als een administratieve overtreding of een daaraan gerelateerd misdrijf werd beschouwd wanneer er sprake was van flagrante betrokkenheid bij drugshandel.
Dit strafmodel brengt de levens van politieagenten en soldaten die deze operaties proberen te stoppen, direct in gevaar. Het achtervolgen van schepen die illegaal honderden liters brandstof tanken en onder precaire omstandigheden zijn opgeslagen, verhoogt het risico op explosies, brand en milieurampen exponentieel. Het ontbreken van een adequate strafrechtelijke reactie vormt daarom niet alleen een bedreiging voor de openbare veiligheid, maar ook voor de fysieke integriteit van de agenten zelf.
Het Spaanse voorbeeld: straf als afschrikmiddel.In Spanje heeft de moeilijkheid om "petacaqueo" (een term die in Brazilië wordt gebruikt voor illegale drugshandel) te bestrijden, ertoe geleid dat autoriteiten, met name de Guardia Civil, de Policía Nacional en de Fiscalía Antidroga, de dringende noodzaak van een specifieke strafrechtelijke classificatie hebben erkend. In 2023 stelde de Fiscalía General del Estado een wetswijziging voor om het transport en de opslag van brandstoffen bestemd voor drugshandel op te nemen in artikel 568 van het Wetboek van Strafrecht, betreffende het bezit van ontvlambare stoffen, en introduceerde de zinsnede "met kennelijke roekeloosheid". Deze wijziging beoogt effectievere maatregelen mogelijk te maken tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor het leveren van narcolanchões (drugsboten), zonder dat onmiddellijk een directe link met de drug hoeft te worden aangetoond.
Gibraltar: een stap vooruitGibraltar staat nog verder vooruit, en verbood al in 1995 narcoboten, lang vóór Spanje (dat dat pas in 2018 deed). In 2021 verscherpte het land de sancties, waardoor het bezit of vervoer van meer dan 20 liter benzine zonder speciale vergunning strafbaar werd, juist om het logistieke netwerk dat de maritieme handel voedt, aan te pakken. De maatregel had een directe impact op het terugdringen van illegale tankbeurten en versterkte de veiligheid in kustgebieden.
Portugal bevindt zich dus op een keerpunt. De huidige wetgeving dekt de logistieke dimensie van maritieme handel onvoldoende, en het ontbreken van een specifiek strafbaar feit voor de Portugese "petacqueo", het transport van grote hoeveelheden brandstof voor illegale doeleinden, vormt een ernstige lacune.
Daarom zou moeten worden overwogen om een apart misdrijf in te voeren voor het bezit of transport van brandstof bestemd voor de bevoorrading van snelle boten, mogelijk in het kader van de Wet ter Bestrijding van Smokkel. Dit misdrijf zou een objectieve limiet kunnen stellen aan de hoeveelheid benzine waarvan de gedraging als misdrijf zou worden aangemerkt (bijvoorbeeld 100 of 150 liter), in plaats van gebaseerd te zijn op de capaciteit van de tanks van de boten, die tot ongeveer 2800 liter brandstof kunnen bevatten. Overschrijding van deze limiet zou onrechtmatige opzet veronderstellen.
Meer dan straf: preventie en veiligheid.De criminalisering van illegaal benzinetransport is niet alleen strafbaar, maar ook preventief, gericht op het voorkomen van tragedies. De huidige straf van twee jaar gevangenisstraf voor het vervoer van benzine en vier jaar gevangenisstraf voor het gebruik van nautische middelen is echter onvoldoende om voortzetting van deze praktijk te ontmoedigen en haalt de drempelwaarde voor voorlopige hechtenis niet. De opslag en overslag van brandstoffen in woonwijken, een veelvoorkomende praktijk in logistieke ondersteuningsnetwerken voor drugshandel, vormt een acuut gevaar voor hele gemeenschappen. Bovendien zou het de toeleveringsketen kunnen onderbreken voordat de drugs de zee bereiken, wat mensenlevens en staatsmiddelen zou redden.
De ervaring van Spanje en Gibraltar toont aan dat het bestraffen van het transport en de opslag van benzine voor illegale doeleinden een onmisbaar instrument is in de strijd tegen maritieme drugshandel. Portugal kan het bewijs niet langer negeren: zonder brandstof geen drugsboten, en zonder drugsboten verliest de drugshandel aan mobiliteit en vermogen.
Het tot een autonome misdaad verklaren van "narcobenzine" petaqueo (een soort klein, niet-geregistreerd en vaak illegaal gebruikt vaartuig) en het criminaliseren van de bouw van dit soort vaartuigen is dus niet alleen een wetgevende keuze, maar een dringende noodzaak voor het beleid inzake openbare veiligheid, justitie en soevereiniteit.
observador


