Strijd tegen luchtvervuiling in Azië heeft tot onverwachte gevolgen geleid

Een enorme daling van de luchtvervuiling in Oost-Azië, met name China , heeft mogelijk bijgedragen aan de versnelling van de opwarming van de aarde, volgens een studie gepubliceerd in Communications Earth and Environment. Wetenschappers analyseerden de impact van aerosolen – minuscule deeltjes die vrijkomen bij de verbranding van fossiele brandstoffen – op het klimaat en ontdekten dat het verdwijnen ervan de invloed van broeikasgassen heeft versterkt.

Aerosolen, waaronder sulfaten, werden gebruikt om de zonnestraling gedeeltelijk af te schermen en zo het aardoppervlak af te koelen. Volgens het IPCC verlaagden ze in 2021 de wereldwijde temperaturen met ongeveer 0,4 °C. Maar sinds begin jaren 2010 heeft China de uitstoot van deze vervuilende stoffen drastisch verminderd, wat cruciaal is gebleken voor het klimaat: nieuwe modellen tonen aan dat tot 75 procent van de vermindering van de sulfaatuitstoot in de regio aanzienlijk zou kunnen hebben bijgedragen aan de versnelling van de opwarming in de afgelopen 15 jaar.

De onderzoekers benadrukken dat het effect tijdelijk is: aerosolen beïnvloeden het klimaat enkele jaren, terwijl koolstofdioxide eeuwenlang in de atmosfeer blijft. Niettemin heeft de "ontmaskering" van het broeikaseffect door schonere lucht de opwarming al versneld, vooral in de regio van de Stille Oceaan.

Eerder werd al gemeld dat vervuilde lucht het risico op hersentumoren kan verhogen. Wetenschappers hebben ontdekt dat langdurige blootstelling aan schadelijke emissies gepaard gaat met een verhoogde kans op meningeomen.