Friedrich Merz nodigt Netanyahu uit: Vriendschap gaat niet voor de wet

Berlijn. Nog voordat Friedrich Merz begint met regeren, heeft hij al een ander probleem. Hij heeft Benjamin Netanyahu een uitnodiging beloofd om naar Duitsland te komen, ook al heeft het Internationaal Strafhof (ICC) een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de Israëlische premier. Merz zegt dat er “manieren en middelen” zullen worden gevonden om zo’n reis mogelijk te maken.
Het zou interessant zijn om te weten welke middelen en maatregelen de toekomstige bondskanselier voor ogen heeft. Het internationale recht en het Duitse recht zijn op dit punt duidelijk, er is geen ruimte voor interpretatie: Netanyahu zou bij binnenkomst in het land gearresteerd moeten worden.
Tegen de achtergrond van de nazigeschiedenis van het land, die de Duits-Israëlische betrekkingen zo bijzonder en bijzonder waardevol maakt, is dit een verontrustend idee. In dit opzicht is de impuls van Merz begrijpelijk. Hij noemde het absurd dat een Israëlisch regeringshoofd Duitsland niet kon bezoeken.
Het zou echter des te absurder zijn als Duitsland het internationale recht zou schenden, als een bondskanselier de scheiding der machten in het land overboord zou gooien om aanklagers en rechtbanken te gelasten zich niet aan de rechtsnormen te houden.
Het zou zowel intern als extern een noodlottig signaal zijn als de mede-initiatiefnemer en sponsor van het Internationaal Strafhof de richtlijnen ervan zou negeren. Er mag in het internationale recht geen sprake zijn van dubbele maatstaven. Als er een arrestatiebevel tegen Netanyahu is uitgevaardigd, moet dat net zo serieus worden genomen als het arrestatiebevel tegen de Russische president Vladimir Poetin. Sympathie, vriendschap of, in de stijl van de Amerikaanse president Donald Trump, zakelijke belangen kunnen hierbij niet centraal staan.
De Duits-Israëlische betrekkingen zijn niet in de eerste plaats afhankelijk van een bezoek van de regeringsleider aan de kanselarij. Gesprekscontacten en persoonlijke ontmoetingen zijn belangrijk, maar kunnen ook op andere manieren worden georganiseerd. En het arrestatiebevel en de daaraan ten grondslag liggende beschuldigingen zijn gericht tegen de politicus Netanyahu, niet tegen Israëliërs of Joden. Dit onderscheid moet steeds opnieuw worden benadrukt in het debat over het conflict in het Midden-Oosten.
Netanyahu zou zelf een einde aan de situatie kunnen maken door deel te nemen aan de procedure voor de rechtbank. Hij zou het moeten zien als een platform om beschuldigingen te weerleggen, in plaats van ze af te doen als louter vooroordelen. Dan staat niets een reis naar Duitsland meer in de weg. Als Friedrich Merz dit in gedachten had toen hij sprak over ‘manieren en middelen’, dan zou dat goed zijn. Een bondskanselier moet zich onthouden van willekeurige toepassing van wet en orde, in zijn eigen belang, in het belang van het land en in het belang van het internationale recht.
rnd