Leo Giorda: rockspirit en zwarte humor

Vind op deze pagina al het laatste misdaadnieuws en de boeken die Libé in het oog springen . En abonneer je op de Libé Polar-nieuwsbrief door hier te klikken.
Er gaat niets boven een detectiveverhaal om de geheime steegjes van een stad te ontdekken, de rusteloze nachten die alleen de lokale bevolking kent, de wijken die door toeristen over het hoofd worden gezien. Michael Connelly en Los Angeles, Arnaldur Indridason en Reykjavik, Ian Rankin en Edinburgh, Donna Leon en Venetië... ze zijn allemaal bekend, maar hier is een nieuwe jongen genaamd Leo Giordia. Geboren in 1994 en opgegroeid in Rome, speelt hij zijn eerste roman af in de Italiaanse hoofdstad, vlakbij de hoofdader van de Appia Nuova, waar een zigeuner, rommelend in het afval, het onthoofde lichaam van een onbekende jongen aantreft. De vice-quaestor, Giacomo Chiesa, een koppige man, heeft een sterk vermoeden van de dader. Hij heeft een zesde zintuig, beweert hij, vol trots en zekerheid. Maar zijn verdachte, Claudio Gatto, verdient wat meer voorzichtigheid. Gatto doorziet de val al snel en schakelt de hulp in van een wel heel bijzondere detective, Adriano Scala, alias Woodstock. De privédetective heeft lang haar in een paardenstaart, een baggy broek, een jasje van de ergste soort en een voorliefde voor geschudde Vodka Martini. Maar bovenal activeert de drug die hij regelmatig gebruikt "speciale hersengebieden... hij merkt details op die anderen ontgaan." Woodstock en Gatto sluiten een deal en onthullen de meest verachtelijke waarheden.
Leo Giorda gebruikt op ondeugende wijze de codes van de detectiveroman, verdraait ze niet echt, maar verleidt de lezer tot de laatste pagina, wat ronduit onverwacht is. Uiteindelijk is deze "beschermengel" niet zomaar een zomerroman, maar een fictie vol finesse, rockspirit en zwarte humor. Woodstock zou een terugkerende held kunnen worden die een stap terug doet en ons afzet tegen de traditionele hardgekookte helden die door de steden van de misdaad zwerven.
Libération