Tariefbestand VS-China biedt verlichting – en veel onzekerheid

Een tariefsbestand tussen de VS en China dat maandag werd aangekondigd, biedt bedrijven enige verlichting, maar zorgt er ook voor dat de economische onzekerheid die het voor bedrijven moeilijk maakt om plannen voor de toekomst te maken, langer aanhoudt.

Vanaf 14 mei verlaagt de VS het maximale invoerrecht op Chinese importproducten van 145% naar 30%, inclusief een basisheffing van 10% plus een fentanyl-specifieke heffing van 20%. China verlaagt het invoerrecht van 125% op Amerikaanse goederen naar 10%.

Het sluiten van een handelsdeal voor de lange termijn zal waarschijnlijk een uitdaging blijken, terwijl het verlaagde invoerrecht van 30% nog steeds tot prijsstijgingen voor consumenten kan leiden, vertelden experts aan CBS MoneyWatch.

"Het valt nog te bezien of de VS en China het eens kunnen worden over een handelsakkoord dat voorkomt dat de tarieven binnen 90 dagen weer stijgen", aldus analisten van Gavekal, een investeringsonderzoeksbureau, in een rapport. "Tot nu toe heeft alleen het VK een akkoord met de VS bereikt, en dat zegt ons niet veel."

Nee. Zonder een formele handelsovereenkomst is er geen garantie dat president Trump de tarieven voor China niet opnieuw zal verhogen nadat de wapenstilstand na 90 dagen afloopt, en dat Peking niet ook wraak zal nemen. De Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent noemde het nieuwe basistarief een "bodemtarief" in een interview met Bloomberg Surveillance .

"Dit is slechts een pauze van 90 dagen waarin de twee landen kunnen werken aan een akkoord", vertelde Sina Golara, expert op het gebied van toeleveringsketens en universitair docent aan het Robinson College of Business van de Georgia State University, aan CBS MoneyWatch.

Volgens de overeenkomst zullen de VS de tarieven op Chinese goederen verlagen van maar liefst 145% naar 30%. Dit is echter een flinke verhoging ten opzichte van de Amerikaanse heffingen op China vóór Trumps aantreden.

"Als je kijkt naar waar we stonden vóór 'Liberation Day' of toen Trump aantrad, dan is deze 'overeenkomst' slechts een basistariefverhoging van 30% over de hele linie", aldus Alex Jacquez, hoofd beleid en belangenbehartiging bij Groundwork Collaborative, een linksgeoriënteerde denktank voor overheidsbeleid, verwijzend naar de uitspraak die president Trump gebruikte toen hij op 2 april een stortvloed aan tarieven aankondigde. "Hoewel het een stap terug is van de verboden tarieven van 145%, brengen we ons nog steeds niet dichter bij concessies of heronderhandelingen met China dan toen."

De invoerrechten vormen niet het enige potentiële struikelblok terwijl de landen onderhandelen.

"De twee landen hebben veel grieven op allerlei vlakken, dus het gaat niet alleen om de tarieven," merkte Golara op. "Ze stranden ook op andere handelsbarrières, het handelstekort en de beschuldiging van de VS aan China van valutamanipulatie, dus er valt veel te bespreken. Het is logisch dat ze meer tijd willen nemen."

Er is goed nieuws: als de verlaagde tarieven in beide landen gehandhaafd blijven, zal het consumentenvertrouwen waarschijnlijk verbeteren en de bestedingen stimuleren. Dat zou de Amerikaanse inflatie moeten helpen beteugelen en de arbeidsmarkt ondersteunen, aldus Grace Zwemmer, universitair hoofddocent economie bij Oxford Economics.

De aankondiging verkleint ook de kans dat de Amerikaanse economie dit jaar in een recessie terechtkomt , aldus experts. Ryan Sweet, hoofdeconoom VS bij Oxford Economics, verlaagde zijn voorspelling voor een recessie van meer dan 50% naar 35%.

Zowel grote als kleine bedrijven in de VS waarschuwen dat hogere tarieven de consumentenprijzen zullen doen stijgen. Tegelijkertijd hebben sommige bedrijven bestellingen bij Chinese fabrieken geannuleerd vanwege de hoge heffingen.

"Het is overduidelijk dat Trump een enorme daling van de import uit China in het oog hield tijdens het drukste verzendseizoen, terwijl bedrijven hun voorraad aan het opbouwen waren voor Kerstmis en de feestdagen", vertelde Jacquez van Groundwork Collaborative aan CBS MoneyWatch. "Bedrijven kondigden steeds vaker aan dat ze hun voorraad zouden opbranden en de kosten moesten doorberekenen aan klanten, of dat ze moesten stoppen met importeren uit China."

De verwachting is dat de vrachtzendingen vanuit China zullen toenemen tijdens de 90 dagen durende tariefstop, omdat bedrijven hun voorraden aanvullen om zich te beschermen tegen het mislukken van de handelsbesprekingen en de stijgende heffingen. Als gevolg hiervan zullen de verzendkosten stijgen en kleinere bedrijven, met toch al kleine marges, onder druk komen te staan.

"Op dit moment zie je een enorme toeloop bij het importeren uit China in deze periode van 90 dagen. Dat zal de verzendlogistiek net zo onder druk zetten als tijdens Covid, toen alles weer openging", aldus Jacquez.

Bedrijven worden nog steeds geconfronteerd met extra kosten met de huidige tarieven van 30%, en ze zullen een deel van die kosten waarschijnlijk doorberekenen aan consumenten. Maar de prijsstijgingen zouden minder substantieel kunnen zijn, afhankelijk van hoe bedrijven met tarieven omgaan, aldus Golara van Georgia State University.

"Als we een mix hebben van bedrijven die goed met tarieven omgaan, zullen we de brede inflatie niet tot een pijnlijk niveau zien stijgen. We zouden wel kleine effecten kunnen zien in verschillende en specifieke producten en sectoren", zei hij.

Andere deskundigen zijn het erover eens dat de pauze goed nieuws is voor bedrijven en consumenten.

"De tarieven waren zo zwaar dat ze een prikkel creëerden om niets uit China te importeren", vertelde Veronique de Rugy, senior onderzoeker bij het Mercatus Center van de George Mason University, aan CBS MoneyWatch. "De aankondiging is ook goed nieuws, omdat het betekent dat de aanvoer niet zo beperkt zal zijn als voorheen."

Dat betekent echter niet dat de VS helemaal uit de problemen zijn. "Het is nog steeds een aanzienlijke belastingverhoging voor Amerikaanse consumenten. We zitten nog steeds in een slechtere positie dan voorheen," aldus De Rugy.

Bedrijven kampen nog steeds met grote economische onzekerheid, waardoor het lastig is om plannen voor de toekomst te maken.

"Als je een klein bedrijf hebt en niet weet wat je input volgende week of over 90 dagen gaat kosten, dan wordt het ontzettend lastig om in deze onzekere omgeving zaken te doen", aldus Jacquez.

Kim Vaccarella, oprichter en CEO van Bogg, een Amerikaans bedrijf dat strandtassen en accessoires maakt en zijn producten in China laat maken, probeert momenteel een deel van zijn productie te verplaatsen naar Vietnam en Sri Lanka vanwege de verhoogde tarieven van de Trump-regering.

"We hebben naar alternatieven gekeken en in beide landen haalbare bronnen opgezet. Ook hebben we eraan gewerkt om daar te gaan produceren", vertelde ze aan CBS MoneyWatch.

Vervolgens kwam de aankondiging van het Witte Huis op maandag. Nu de VS eerder dit jaar hun nationale tarieven op Vietnam en Sri Lanka hebben verhoogd naar respectievelijk 0,46% en 44%, is China wellicht opnieuw Vaccarella's beste optie.

"Nu zijn we weer terug bij af, want met 30% is het goedkoper om in China te produceren," zei ze. "Als de tarieven op 30% blijven of lager worden, lijkt het erop dat we veel geld hebben uitgegeven om de productie elders snel op te voeren, omdat dat acceptabeler zou zijn geweest in de huidige nachtmerrie."

Een belangrijke index voor het optimisme van kleine bedrijven is dit jaar elke maand gedaald, maar ligt nog steeds boven het niveau van vóór de presidentsverkiezingen in november.

Vaccarella had klanten gewaarschuwd dat de prijs van de tassen van haar bedrijf al in juli omhoog zou kunnen schieten. "Maar met 30% kunnen we wel uit de voeten," zei ze. "Er moet misschien een kleine verhoging komen, maar die zal niet zo hoog zijn als die van 145%."