Zonne-energie overtreft prikkels

Sommige van 's werelds grootste economieën, van de Verenigde Staten tot China, verminderen hun steun voor zonne-energie . Maar de sector blijft versnellen. Volgens schattingen van Goldman Sachs Research zullen nieuwe wereldwijde installaties in 2030 914 gigawatt bereiken , 57% meer dan in 2024. "De toename van zonne-energieopwekking is de snelste in de geschiedenis van elektriciteit", legt Daan Struyven uit, co-hoofd van Global Commodities Research bij Goldman Sachs. In slechts 11 jaar tijd heeft zonne-energie 2129 terawattuur geproduceerd, goed voor 8% van de wereldwijde productie in de afgelopen 12 maanden.

De weg is niet zonder obstakels. In markten zoals Californië, Australië en het Iberisch Schiereiland heeft overaanbod herhaaldelijk geleid tot negatieve prijzen en stroomuitval. Wat beleid betreft, heeft Peking nieuwe grote commerciële installaties van het net uitgesloten en garandeert het geen minimumprijzen of afnamevolumes meer. In de VS zullen belastingvoordelen projecten tot 2030 in stand houden, maar vanaf 2028 zouden nieuwe federale regelgevingen de installaties kunnen vertragen.

Ondanks alles identificeert Goldman Sachs drie factoren die de zonne-energiehausse zullen blijven aanjagen : dalende kosten van zonnepanelen (die met 20% dalen voor elke verdubbeling van de cumulatieve productie), het ontbreken van marginale brandstofkosten en de modulariteit van de technologie , die decentrale netwerken bevoordeelt boven grote fossiele-brandstofcentrales of kerncentrales. Bovendien zal er nauwelijks een tekort aan zonnepanelen zijn: alleen al de Chinese productiecapaciteit dekte in 2024 200% van de wereldwijde vraag. "Een eventuele vertraging van de groei van zonne-energie zal meer te wijten zijn aan afnemende politieke steun en de volatiliteit van het elektriciteitsaanbod dan aan knelpunten in de paneelaanvoer", concludeert Struyven.