De regering van Meloni bestaat al 1.024 dagen, de vierde langstdurende regering

Met een regering van 1024 leden streeft de regering van Meloni ernaar om de regering van Matteo Renzi eerst te evenaren en vervolgens te overtreffen qua levensduur, en de vierde plaats te bemachtigen, op dinsdag 12 augustus, tussen de langstzittende regeringen in de geschiedenis van de Republiek. Tot nu toe hebben Berlusconi II, Berlusconi IV en Craxi I het beter gedaan.
De regering van Renzi was aan de macht van 22 februari 2014 tot 12 december 2016, een totale ambtstermijn van 1024 dagen. Craxi's eerste regering, van 4 augustus 1983 tot 1 augustus 1986, kwam op de tweede plaats met 1093 dagen, terwijl Berlusconi's vierde regering, van 8 mei 2008 tot 16 november 2011, stevig op de tweede plaats stond met 1287 dagen. De tweede regering onder leiding van Berlusconi, Berlusconi's opvolger, kwam onbetwist op de eerste plaats met 1412 dagen, van 11 juni 2001 tot 23 april 2005.
Maar Giorgia Meloni kan ernaar streven om vijf jaar achtereen aan het roer van de regering te blijven, een prestatie die geen enkele Republikeinse politieke leider ooit heeft geleverd, en een doel te bereiken dat haar rechtstreeks op de eerste plaats van de langstzittende regeringen zou plaatsen. Dit is een realistisch haalbaar resultaat, aangezien ze op 4 september 2026 zou kunnen toetreden tot het tweede kabinet van de Cav, momenteel het langstzittende kabinet van allemaal, een heel jaar voor het natuurlijke einde van de zittingsperiode.
Meloni zit echter al een tijdje in de sneltreinvaart. Ruim een maand geleden zwaaide ze vanuit het raam van haar regeringsauto uit naar Giuseppe Conte, die 988 dagen in het zadel had gezeten, zij het met twee regeringen: de geelgroene met de Lega en de roodgroene met de Democratische Partij.
En juist met haar naaste voorgangers heeft de premier en leider van de Italiaanse Democratische Partij (FdI) de afgelopen jaren de meest verhitte botsingen gehad, zowel binnen als buiten het parlement. De geschillen met de leider van de Vijfsterrenbeweging over de superbonus van 110 procent en het burgerinkomen zijn in de annalen van de geschiedenis blijven hangen. De meest verhitte confrontatie was echter met Matteo Renzi. Beginnend met de controverse over de bonus van tachtig euro die door de regering van de voormalige leider van de Democratische Partij werd ingevoerd en door de centrumrechtse regering werd teruggedraaid, culmineerde het in de aanvallen van de premier op de relaties van de IV-leider met bepaalde internationale leiders. Deze voortdurende discussie bereikte een hoogtepunt toen de huidige meerderheid een bepaling in de begrotingswet opnam die parlementariërs belette compensatie te ontvangen van bedrijven buiten de Europese Unie. Dit initiatief werd binnen Italia Viva de "anti-Renzi"-wet genoemd. Het mantra van de huidige regeringsleiding is juist de stabiliteit van de uitvoerende macht, een noodzaak - Giorgia Meloni heeft dat meer dan eens benadrukt - die continuïteit in de binnenlandse en internationale activiteiten van Italië mogelijk maakt en de noodzakelijke hervormingen mogelijk maakt die het land nodig heeft.
ansa