Europees Openbaar Ministerie start onderzoek naar RN en bondgenoten in het Parlement: Bardella hekelt 'intimidatie'

Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) maakte dinsdag bekend dat het een onderzoek is gestart naar de politieke familie die de Franse extreemrechtse partij Rassemblement National, die tot 2024 in het parlement zit, in handen heeft. De partij wordt verdacht van diverse financiële onregelmatigheden. De Franse voorzitter van de partij, Jordan Bardella , hekelde vervolgens een "nieuwe intimidatieoperatie door de administratie van het Europees Parlement".
"Ik denk niet dat iemand zich door dit soort operaties laat misleiden", zei hij op een persconferentie in Straatsburg. Hij betreurde het dat de "juridische strijd" "helaas onderdeel is van de politieke strijd".
Rassemblement National wordt ervan verdacht samen met haar partners van de voormalige fractie Identiteit en Democratie (ID) tussen 2019 en 2024 meer dan 4,3 miljoen euro "onrechtmatig te hebben uitgegeven", zo blijkt uit een rapport van de afdeling financiële zaken van de Brusselse instelling, dat begin juli door verschillende media werd onthuld.
Hoewel de Franse partij in deze periode niet het voorzitterschap of het secretariaat-generaal van deze coalitie bekleedde (die toen gedomineerd werd door de Italiaanse Lega Nord), ging het grootste deel van dit bedrag naar twee bedrijven die banden hadden met mensen in de omgeving van Marine Le Pen : haar voormalige adviseur Frédéric Chatillon en zijn vrouw Sighild Blanc.
Uit dit document blijkt dat het communicatiebureau e-Politic 1,7 miljoen euro heeft ontvangen na een "louter formele" aanbesteding die volgens de Brusselse inspecteurs te kampen had met "ernstige nalevingsproblemen". Zij zijn daarom van mening dat "al deze uitgaven (...) onregelmatig zijn".
Datzelfde geldt voor het bedrijf Unanime, dat ruim 1,4 miljoen euro opstreek voor drukwerk, dat eveneens werd uitbesteed tegen een lagere prijs, met een geschatte marge van 260.000 euro.
Naar aanleiding van deze beschuldigingen kondigde een woordvoerder van het Europees Openbaar Ministerie aan dat het een onderzoek was gestart, waarmee een bericht van het mediakanaal Euractiv werd bevestigd. Ze gaf geen verdere details "om de resultaten van het onderzoek niet in gevaar te brengen". Het Europees Parlement zei "kennis te nemen van de beslissing van het Openbaar Ministerie". "Zoals altijd werkt het Parlement volledig samen met nationale of Europese autoriteiten wanneer daarom wordt verzocht", aldus de persdienst.
Jordan Bardella, leider van de Patriots, de nieuwe extreemrechtse politieke familie in Brussel, uitte scherpe kritiek op de administratie van het parlement en beschuldigde het ervan "vertrouwelijke uitwisselingen" met de pers te delen.
De voormalige directeuren van de groep "betwisten alle beschuldigingen van de Europese regering", benadrukte hij ook.
De Franse Europarlementariër wilde zich echter distantiëren van de voormalige fractie Identiteit en Democratie: "Ik ben de voorzitter van de Patriotten, ik was niet de voorzitter van Identiteit en Democratie, en er is geen enkele juridische band tussen onze twee entiteiten." Marine Le Pen heeft van haar kant nog niet gereageerd op de opening van dit onderzoek.
Vorige week beweerde ze niet op de hoogte te zijn van de nieuwe zaak tegen haar politieke familie. "Ik weet niet wat het is, ik heb er niet naar gekeken", vertelde ze aan RTL. De extreemrechtse leider werd veroordeeld in een aparte zaak, bekend als de zaak van de Europees Parlementaire Assistenten.
Eind maart werd ze veroordeeld tot een straf die haar uitsluit van alle verkiezingen - presidentieel of parlementair - in ieder geval tot haar hoger beroep, gepland voor de zomer van 2026. De extreemrechtse leider maakte dinsdag bekend dat ze in beroep was gegaan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om de straf wegens uitsluiting aan te vechten.
RMC