Drones doken deze week op in het civiele luchtruim van Scandinavische landen. Wat doe je ertegen?
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fimages%2Fgn4%2Fstripped%2Fdata137918122-2b797f.jpg&w=1920&q=100)
Het is een volhardende insluiper, de „capabele actor” die volgens de Deense politie het luchtruim met ongeïdentificeerde drones blijft verstoren. Maandag sloot het vliegveld van Kopenhagen urenlang, woensdag en donderdag dat van Aalborg, dat dubbelt als luchtmachtbasis.
Bij Kopenhagen vlogen „twee tot vier grote drones”, volgens de Denen „kennelijk bediend door professionals”. Maar ze zeiden niet of het ging om quadcopters – die zich met vier wieken snel in drie dimensies kunnen verplaatsen – of drones met vleugels. In elk geval waren het geen hobbydrones. Dat Rusland achter de incidenten zit, zoals premier Mette Frederiksen suggereerde, staat niet vast. Wel is zeker dat Rusland met drones en jachtvliegtuigen aan de buitengrenzen morrelt van andere NAVO-lidstaten.
Ook zonder explosieven richten drones schade aan. Nationale luchthavens sluiten kost veel geld en zorgt voor gevoelens van onveiligheid en machteloosheid. Zulke ufo’s – eerder actief bij Noorse offshoreplatforms, boven militaire bases, logistieke knooppunten en energie-installaties in Duitsland, en bij een kerncentrale in Zweden – vragen om tegenmaatregelen. En als landen hun infrastructuur willen beschermen is het met „middelen die ze anders naar Oost-Polen of Oekraïne zouden kunnen sturen”, zei luchtverdedigingsexpert Peter Wijninga deze week in Nieuwsuur. Het zou volgens hem een plausibele Russische strategie zijn.
Drones zijn zo bezien ‘asymmetrische oorlogvoering’, waarbij een tegenstander met eenvoudige middelen de tegenpartij langdurig op het verkeerde been houdt.
Wat is ertegen te doen? Drones – parapluterm voor een bonte volière aan unmanned aerial systems (UAS’s) – kunnen immers overal opduiken. En het is onmogelijk om elk kritiek object permanent te beveiligen. „Op het gebied van C-UAS [dronebestrijding; de ‘C’ staat voor ‘counter’] moet het Westen nog steeds een inhaalslag maken”, zegt Heiko van der Linden, directeur van Arctus Technologies uit Son en Breugel, dat dronecomponenten bouwt. „Je moet er niet aan denken dat iemand met zo’n drone de motor van een startend vliegtuig binnenvliegt.”
Drones zappenBinnen de krijgsmachten van NAVO-landen zit de ontwikkeling van dronebestrijding nu wel in een stroomversnelling. Het ultieme wapen op dit vlak, de hoogenergielaser die drones (en zelfs raketten) uit de lucht kan zappen, wordt vermoedelijk binnen vijf jaar operationeel.
Voor toepassingen in het civiele luchtruim wordt in Nederland weliswaar veel geëxperimenteerd en ontwikkeld – met steun uit een innovatiefonds van 100 miljoen euro – maar weinig middelen staan al daadwerkelijk opgesteld. En rond de bevelvoering zijn nog veel vraagtekens.
Lees ook
Lees ook: Wat gebeurt er als Russische drones het Nederlandse luchtruim binnenvliegen?:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/09/25180010/data137920023-2a00bc.jpg)
Uitzondering: Schiphol, Rotterdam-The Hague Airport en militaire vliegvelden, waar een no-fly zone voor drones geldt, werken met apparatuur van het Haagse Robin Radar Systems, in 2010 opgericht als een spin-off van TNO. De technologie, bereik tot twaalf kilometer, is ontwikkeld om vliegtuigen tegen vogelaanvaringen te beschermen, maar kan ook drones – klein, snel en met een lage zichtbaarheid voor (gewone) radar – detecteren.
Maar aan die radar is op Schiphol geen wapen verbonden. Mogelijke tegenmaatregelen na zo’n detectie zijn daarom beperkt: vliegtuigen worden gewaarschuwd en de (luchthaven-)politie probeert de bestuurder van de drone – tot nu toe meestal een hobbydrone – te vinden. En net als in Kopenhagen zou Schiphol banen kunnen sluiten.
Speciaal geweerHet neerhalen van zo’n drone is op zichzelf goed mogelijk, zegt Matthijs Otten, oprichter en directeur van Tective, een Delfts bedrijf dat is gespecialiseerd in verkenningsmissies met genetwerkte drones. „Vanaf de grond een krachtige bundel elektromagnetische straling met een speciaal geweer op een drone richten is een beproefd concept. Maar het werkt alleen op korte afstand, een paar honderd meter, dus moet je mensen hebben die met zo’n wapen rond een luchthaven patrouilleren. En als een drone geen lampjes heeft, wordt het ’s nachts lastig.”
Dronebestrijding kan ook vanuit de lucht. Zo ontwikkelde AnGard Microwave, een spin-off van Universiteit Twente en TNO, met steun van defensie een drone die met microgolven de elektronica van een vijandelijke drone kan ‘frituren’.
Een tweede methode heet „kinetisch”; een drone uitschakelen met een andere drone. Zo bouwde Delft Dynamics tien jaar geleden al de DroneCatcher: een drone die als een Romeinse gladiator een net uitgooit over een vijandelijke drone.
„Recente incidenten zorgen voor veel nieuwe aandacht”, zegt directeur Arnout de Jong. Zijn bedrijf is bezig DroneCatcher te automatiseren.
Veelbelovend is volgens hem ook de nieuwe Basta-interceptor. Dat is een kleine drone die autonoom naar het doelwit manoeuvreert en zich er met hoge snelheid op stort.
„Enige bescheidenheid is wel op zijn plaats”, zegt De Jong. „Er zullen keuzes gemaakt moeten worden over welke objecten we wel en niet beschermen.” Ook om financiële redenen. Een DroneCatcher kost minstens 50.000 euro, en „het wordt de kunst de Basta onder de 10.000 euro te houden”.
Los daarvan moeten ook ‘anti-drones’ wettelijk ingepast worden in het luchtverkeer.
Heel hard schreeuwenOmdat drones in civiel luchtruim radiografisch worden bestuurd, is zo’n verbinding te detecteren en te verstoren. Een reeks bedrijven houdt zich bezig met jamming: „heel hard schreeuwen op dezelfde golflengte”, zegt Delft Dynamics-directeur De Jong.
Om zo’n vrij zwakke verbinding over een groter gebied op te pikken is wel een dicht netwerk van sensoren en antennes nodig. Rond Schiphol is zoiets nog te doen, maar niet voor een reusachtig industriegebied als Europoort. En als ze bestuurd worden via een ragfijne glasvezeldraad, zoals aan het front in Oekraïne, zijn drones immuun voor jamming.
Rusland en Oekraïne gebruiken nu zelfs elkaars mobiele telefonienetwerk om drones naar hun doel te leiden. Een drone met een Nederlandse SIM-kaart is dan vanuit de hele wereld te bedienen. „Het is de nieuwe wapenwedloop”, zegt De Jong.
NIEUW: Geef dit artikel cadeau Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
nrc.nl